Fotograferen met natuurlijk licht is geweldig om te doen, zowel buiten als binnen. Door enkel met daglicht te werken, word je enigszins beperkt in de mogelijkheden. En juist dat kan je creativiteit een boost geven. Ontdek hier tips voor daglicht fotografie.
Opmerking vooraf: dit artikel gaat enkel over natuurlijk daglicht dat afkomstig is van de zon, niet over het werken met daglichtlampen in een fotostudio.
Zodra de hoeveelheid licht afneemt, hebben we de neiging om een flits te gebruiken. Dat is vaak een prima oplossing, maar je kan ook kiezen voor de creatieve weg: de flits aan de kant leggen en je als fotograaf te laten leiden door het aanwezige natuurlijke licht.
Dat klinkt moeilijker dan het is. Het enige wat je hiervoor moet kunnen is soorten daglicht herkennen, toepassen en eventueel manipuleren. Hier deel ik alvast acht tips met je.
Tip 1: observeer het daglicht
Vanaf het moment dat het licht is, heb je te maken met natuurlijk licht. Of het nu zwaarbewolkt of stralend weer is, de zon als lichtbron is aanwezig. Voordat je begint met fotograferen, kun je eens kijken wat het daglicht met een binnen- of buitenruimte doet. Hoe groot zijn de schaduwen? Hoe worden bepaalde plekken belicht? Waar blijft het vrij donker? En waar juist niet?
Als je een bepaalde plaats in gedachte hebt om iets of iemand in beeld te brengen, kun je ergens gaan staan en in je handpalm het veranderend licht observeren. Hou je hand minstens 50 cm van je gezicht vandaan, draai rond en kijk wat er gebeurt. Zodra je handpalm mooi belicht wordt, weet je waar je straks je model kan plaatsen!
Tip 2: fotografeer vroeg of juist laat
Wanneer de zon op het hoogste punt staat, heb je vaak het hardste licht. Dat is vaak rond het middaguur. Als je eerder in de ochtend, late middag of avond fotografeert, heb je zachter licht. En zachter licht werkt nu eenmaal beter dan hard licht in de fotografie. Zacht licht geeft je beeld een extra esthetische waarde.
De tijdstippen van mooi en zacht licht zijn ook onderhevig aan de seizoenen. Zo kun je hartje winter prima foto’s met zacht licht maken tot laat in de ochtend en vanaf vroeg in de namiddag, maar ’s zomers is het echt een ander verhaal. Dan beëindig je best om uiterlijk halfelf je fotoshoot en kun je halfvijf ’s middags weer verder gaan. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat je juist hard licht nodig hebt voor een bepaald type fotografie, dan ben je ’s middags juist beter af.
Tip 3: daglicht fotografie in de open lucht
Als je buiten fotografeert, kun je eerder beginnen en later eindigen dan wanneer je binnen met daglicht fotografeert. Verder zijn de mogelijkheden in de open lucht ook eindeloos. Zo kun je op pleinen met witte stenen gebruik maken van de weerkaatsing van daglicht door de stenen. Of je gebruikt de weerkaatsing van spiegelend glas in een wolkenkrabber om je model mooi te belichten.
Ook kun je de weerkaatsing van het zandstrand gebruiken: op pakweg Scheveningen of in Oostende is het strand een gigantische lichtbak die ook met bewolkt weer mooie beelden kan opleveren. Verder doet de aanwezigheid van water veel: dit zorgt ervoor dat de onderkant van de wolken beter belicht worden!
Welke camera gebruik je het best om buiten te fotograferen? In dit artikel vergelijk ik de spiegelreflex- en systeemcamera met elkaar.
Tip 4: daglicht fotografie voor een raam
In de buurt van ramen kun je sterke daglichtfoto’s maken. Door je onderwerp vlakbij een raam te zetten, kan het erg goed beschenen worden. Ook kun je bekijken wat er gebeurt als je je onderwerp verplaatst. Wat doet dat dan met het licht?
Verder is het een goed idee om de lampen uit te zetten, zo krijg je geen gemengde kleurtemperatuur en werk je met één lichtbron. Heb je witte muren in je huis? Die kun je ook prima als reflectiepaneel gebruiken!
Voor een raam kun je prachtige portretten maken. Ontdek hier meer tips voor het creëren van geweldige portretten!
Tip 5: kies de juiste lens
Bij daglicht fotografie kun je prima werken met groothoeklenzen. Dat zijn lenzen die een groter beeld vangen dan het menselijk oog. Dat betekent ook dat zij meer licht kunnen opnemen. Verder kies je ook best een objectief met een zo groot mogelijke opening. Dat herken je aan een laag f-getal.
In veel gevallen is het ook een goed idee om nooit hoger dan 1600 ISO te gaan qua instellingen, anders treedt er ruis op. Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om ruis te creëren die je gebruikt in een korrelige afwerking!
Wil je weten welke lens je nodig hebt? Kijk hier voor tips om een objectief te kiezen!
Tip 6: fotografeer niet in direct hard zonlicht
Een persoon in het felle zonlicht laten poseren, is voor je model geen fijne ervaring. Ook niet voor jou als fotograaf, omdat je achteraf meer werk gaat hebben met het afwerken van je beeld. Zet daarom je model het best in de schaduw.
Lukt dat niet direct? Je kan het licht ook afzwakken door gebruik te maken van bomen vol bladeren die het licht filteren, een gordijn ophangen of doeken gebruiken.
Tip 7: kies een juiste positie
Als je eenmaal begint te zien hoe het daglicht zijn werk doet, dan kun je kijken waar je je model of onderwerp gaat zetten. Vaak is dat in het begin een trial and error. Je moet dan eventjes uitproberen hoe dat het beste overkomt.
Soms moet je iets of iemand een kwarslag (laten) draaien, soms moet je op zoek naar een andere plek of op een later tijdstip terugkomen. Het hangt van situatie tot situatie af.
Conclusie
Eigenlijk is daglicht fotografie dus helemaal niet zo moeilijk. Het vereist vooral veel oefening. Maar hoe vaker je dit doet, hoe mooier je beelden zullen worden!