Op reis fotograferen doen we bijna allemaal. Maar hoe maak je nu echt mooie reisfoto’s? In dit artikel deel ik een aantal tips die jou altijd kunnen helpen. Of je nu ver weg gaat, in de buurt blijft, net begint of al jarenlang ervaring hebt.
Fotograferen op onze reizen is geweldig om te doen! Met onze smartphone in de zak is het ook toegankelijker dan ooit geworden, je hebt niet eens meer een losse camera nodig. Of je nu met je telefoon of een professioneel apparaat werkt, mooie foto’s maken kan in principe met ieder toestel. Als je maar weet wat je doet.
Deze blog post bevat eerst een vijftal tips waar iedereen iets mee kan. Daarna geef ik nog een vijftal tips die eerder voor de gevorderde fotograaf zijn. Daar gaan we dan!
Tips voor de beginnende en de gevorderde fotograaf
Tip 1: Fotografeer typische elementen en werk met kleur
Als je op reis bent, dan merk je al gauw dat ieder land of zelfs iedere regio heel specifieke kenmerken heeft. Niks is zo leuk als deze vereeuwigen op je reisfoto. Op de foto hierboven je zie bijvoorbeeld de rede van Toulon op een stormachtige dag in november. Ik heb enkele minuten gewacht tot het zonlicht ’s namiddags doorbrak. Op dat moment werd de baai prachtig belicht, mijn dag kon niet meer stuk!
Deze tip werkt altijd: zoek elementen die jouw vakantiegebied typeren. Bijvoorbeeld rode dubbeldekkers in Londen, mensen met ronde witte hoedjes in Albanië, felgekleurde huizen in Colombia of burchten in Zuid-Frankrijk die dezelfde vorm als de lokale cipressen lijken te hebben. Kijk, experimenteer en wacht eventueel tot er iets fantastisch voorbijkomt!
Tip 2: Creëer diepte in je landschap
Of je nu in de stad of op het platteland bent, landschappen kun je eigenlijk overal wel fotograferen. En die landschappen die kun je net een tikkeltje spannender maken door er diepte aan toe te voegen.
Bijvoorbeeld: je staat in het midden van de weg en op de achtergrond is een muur van besneeuwde bergen. Een schitterend staaltje perspectiefwerking, maar misschien een beetje saai om naar te kijken. Als je dan nog een interessant verkeersbord in je beeld plaats, zoals “pas op voor grizzly beren”, dan wordt je foto veel interessanter. Of je wacht totdat er vrachtwagen vol boomstammen in je beeld komt. Zoeken en wachten loont altijd.
Tip 3: Durf te fotograferen met slecht weer
Soms hebben we de neiging om onze camera enkel mee te nemen bij mooi weer. En dat is eigenlijk hartstikke zonde. Want gedurende slechte weersomstandigheden kun je ook heel mooie foto’s maken! Bovendien doe je dan iets wat iemand anders niet zo snel zal doen, waardoor je een uniek beeld krijgt.
Tip 4: Fotografeer mensen
Het wonderlijke aan reizen is dat je de meest interessante mensen ontmoet. Sommige mensen laten zich gemakkelijk fotograferen, anderen hebben dat liever niet. Wat ik soms doe is gewoon een interessant decor uitzoeken en wachten tot er interessante mensen voorbijkomen.
Wat het fotograferen van mensen betreft: als het om pure straatfotografie gaat, vraag ik niet altijd om toestemming. Als mensen onherkenbaar zijn, hoeft dat ook niet. Maar een enorm fotogeniek persoon voor een qua kleur matchende deur zal ik zeker om toestemming vragen. Een ja kun je hebben, een nee kun je krijgen. Durf dit dus zeker te vragen aan de mensen. Sommige mensen heb ik nadien hun foto doorgestuurd, waarna ik ze blij heb gemaakt met een foto van zichzelf. Kan heel leuke contacten opleveren!
Benieuwd naar portretfotografie? Lees hier hoe je de mooiste portretten maakt!
Tip 5: Fotografeer wildlife
Hoe verstedelijkt onze planeet ook lijkt te zijn, toch kun je overal wildlife vinden. Wilde dieren zijn super fotogeniek en geven je beelden extra cachet.
Wil je meer kans maken om wilde dieren tegen te komen? Zoek dan van tevoren uit waar je ze kan vinden. Natuurgebieden in de Benelux bieden al mogelijkheden, maar werelddelen als Noord-Amerika, Zuid-Amerika en Afrika hebben natuurlijk veel meer wilde life als wij in Europa omdat er minder verstedelijking is.
Tips voor de gevorderde fotograaf
Tip 6: Stel je camera handmatig in
Als je de tijd hebt, raad ik je aan om je fotoapparaat zoveel mogelijk manueel in te stellen. En dan bedoel ik niet alleen sluitertijd of scherptediepte, maar ook ISO-waarde en als het even kan kleurtemperatuur en het scherpstellen van je objectief. Hiermee kun je als fotograaf je eigen stijl al bepalen. Bijvoorbeeld werken met meer contract en verzadiging, of juist met veel minder.
Tip 7: Speel met het licht
Kun je je camera handmatig helemaal instellen, laat je dan op reis leiden door het licht. Om de paar honderd kilometer lijkt het licht anders te werken. Zo heb je in Nederland, Antwerpen en aan de Belgische kust het typische Hollandse licht wat je bij de oude Hollandse meesters tegenkomt. Of aan de Middellandse Zee het intense licht dat de lokale pasteltinten diep kan verzadigen. Of wat dacht je van het licht op de Noord-Amerikaanse prairie? Daar lijkt een soort zilvergloed aanwezig te zijn die je kleuren eerder minder uitgesproken maakt. Gebruik het en je reisfoto’s worden nog meer uitgesproken!
Tip 8: Fotografeer met je favoriete lens
Vaak verschillen de instellingen per lens, omdat iedere lens vertrekt vanuit een ander minimaal f-getal. Dus als je van lens wisselt, moet je je instellingen vaak al wijzigen. Omdat te voorkomen kun je werken met de lens waar jij je het beste bij voelt. Bij mij is dat op dit moment een 50 mm lens. Alle foto’s die je hierboven ziet, zijn met zo’n lens gemaakt.
Benieuwd naar een goed objectief voor op reis? Lees hier wat de beste lens voor reisfotografie is.
Tip 9: Fotografeer in RAW
Vaak hebben camera’s de neiging om foto’s meteen in JPEG te ontwikkelen. Jij fotografeert en de software van je camera ontwikkelt je foto tot een bruikbaar beeld. Heel handig, maar hierdoor verlies je informatie waardoor je minder mogelijkheden hebt als je je foto zelf verder wilt ontwikkelen in Lightroom en / of bewerken in Photoshop. Je kan dat voorkomen door in RAW te fotograferen. Een RAW file is een origineel bestand, je kan dat beschouwen als een digitaal negatief.
Tip 10: Ontwikkel en bewerk je reisfoto’s zelf
Die JPEG’s die je camera kan maken, heb je dus eigenlijk helemaal niet nodig. Gebruik een sterk basisontwikkelprogramma als Lightroom en je kan zelf de meest prachtige JPEG’s van je RAW files maken. Wat je vroeger in de donkere kamer deed, kun je tegenwoordig in Lightroom doen. En waar Lightroom te kort schiet, kun je met Photoshop verder werken. Heel handig!
Meer lezen over foto’s bewerken? Ontdek hier hoe je je foto’s moet croppen en hier hoe je je foto’s moet verkleinen.
Artikel geüpdatet op 9 juni 2025.